Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Algemeen
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn in 2023 ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
De cijfers over 2022 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2023 mogelijk te maken ten behoeve van de financiële vaste activa en overige bedrijfskosten. Onder de financiële vaste activa is de verdeling van de vorderingen op deelnemingen en de overige vorderingen gecorrigeerd naar aanleiding van een verbeterd inzicht in de relatie tussen Greenchoice en haar deelnemingen. De overige bedrijfskosten zijn verder gespecificeerd door de exploitatiekosten van KiesZon als exploitatiekosten te presenteren en niet als algemene kosten.
Activa en passiva worden tegen historische kostprijs opgenomen, tenzij anders vermeld in de grondslagen.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord
als niet in de balans opgenomen verplichtingen.
Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar alle waarschijnlijkheid in de praktijk zullen voordoen en niet op basis van voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich zullen voordoen.
Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Een actief of verplichting blijft echter op de balans verwerkt indien transacties niet leiden tot een belangrijke wijziging in de economische realiteit met betrekking tot het betreffende actief of de verplichting.
Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld.
Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper.
Presentatie- en functionele valuta
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, wat tevens de functionele valuta is van de onderneming. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond naar hele euro's.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van vaste activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De belangrijkste schattingspost betreft de balanspost “Nog te verrekenen inzake geleverde elektra en gas”. Deze post bevat de positie voor klanten waarvoor nog geen (eind)afrekening is opgemaakt en bestaat uit een schatting voor het verschil tussen enerzijds de aan hen in rekening gebrachte voorschotten en anderzijds de verwachte op te maken (eind)afrekening.
De totale positie is in de balans gesplitst in een actief- en een passiefpost op basis van klanten die naar verwachting moeten bijbetalen (actiefpost) en klanten die naar verwachting geld zullen terugontvangen (passiefpost). Deze posten zijn in de balans opgenomen onder respectievelijk overige vorderingen en overlopende activa en overige schulden en overlopende passiva (zie noot 9 en noot 21).
Naast bovenstaande schattingen bestaat er een inschatting ten aanzien van de reconciliaties met de verschillende sourcing partijen. Het gaat dan om schattingen ten aanzien van ingekochte volumes op basis van berekend verbruik (profielallocatie) en het vastgestelde werkelijk verbruik.
Consolidatiekring
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de onderneming en haar dochtermaatschappijen in de groep, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat.
Dochtermaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming (en/of één of meer van haar dochtermaatschappijen) meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen, of meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan.
Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de onderneming een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten betrokken die potentiële stemrechten bevatten en zodanig kunnen worden uitgeoefend dat ze daardoor de onderneming meer of minder invloed verschaffen.
Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed.
De geconsolideerde jaarrekening van Greenchoice B.V. omvat de financiële gegevens van Greenchoice B.V. en de volgende groepsmaatschappijen:
GIPP Energy Holding B.V. (tot 29 juni 2023) |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice Hartelkanaal B.V. |
Rotterdam |
100% |
Hartel2 B.V. |
Rotterdam |
100% |
Hartel2 V.O.F. |
Zeist |
100% |
Energie Transitie Groep N.V. |
Nijmegen |
100% |
Huismerk Energie N.V. |
Nijmegen |
100% |
Greenchoice Zakelijk N.V. |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice Trading Company B.V. |
Nijmegen |
100% |
Energieondernemers B.V. (tot 29 juni 2023) |
Nijmegen |
100% |
Greenchoice Integrated Solutions B.V. (per 6 december 2022) |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice Exploitatie I B.V. (per 6 december 2022) |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice EOS B.V. (per 25 juli 2023) |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice EOS Hartelkanaal B.V. (per 25 juli 2023) |
Rotterdam |
100% |
Greenchoice EOS Hellegatsplein B.V. (per 25 juli 2023) |
Rotterdam |
100% |
Qurrent Renewable Energy B.V. |
Rotterdam |
100% |
Qurrent Nederland B.V. |
Rotterdam |
100% |
International Solar B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects I B.V.1 |
Rotterdam |
100% |
International Solar Projects II B.V.1 |
Rotterdam |
100% |
International Solar Projects VI B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects VII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects VIII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects IX B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects X B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XI B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XIII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XIV B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XV B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XVI B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XVII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XVIII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XIX B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XX B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XXI B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XXII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XXIII B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XXIV B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Projects XXV B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
KiesZon Huur B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Yellow Step Solar B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Lease Zon I B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
KiesZon Voor de Toekomst B.V.1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Zonneweide Schiebroek B.V. (tot 30 juni 2023)1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
KiesZon MKB I B.V. (per 27 juli 2023)1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Zonnepark Hazenwinkel B.V. (per 3 juli 2023)1 |
Mierlo |
65% |
International Solar Holding I B.V. (per 31 december 2023)1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
International Solar Holding II B.V. (per 31 december 2023)1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Everday B.V. (per 30 december 2022)1 |
's-Hertogenbosch |
100% |
Stichting Forest For Ever |
Rotterdam |
- 1Deze entiteiten worden in dit verslag ook wel aangeduid als groepsmaatschappij KiesZon. Dit omvat International Solar B.V. en haar onderliggende groepsmaatschappijen.
Doordat Greenchoice B.V. eveneens zitting neemt in het bestuur van Stichting Forest For Ever en hiermee beleidsbepalende invloed heeft, wordt de Stichting Forest For Ever meegenomen in de consolidatiekring van Greenchoice B.V., ondanks dat Stichting Forest For Ever geen kapitaalbelang is.
In de jaarrekening wordt veelal gesproken over groepsmaatschappij KiesZon. Dit is de handelsnaam van Yellow Step Solar B.V. In dit verslag wordt hiermee International Solar B.V. en haar onderliggende groepsmaatschappijen bedoeld.
Consolidatiemethode
De posten in de geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld volgens uniforme grondslagen van waardering en resultaatbepaling van de groep.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge aandelenverhoudingen, schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd. Tevens zijn de resultaten op onderlinge transacties tussen groepsmaatschappijen geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd en er geen sprake is van een bijzondere waardevermindering. Bij een transactie waarbij de rechtspersoon een niet-100%-belang heeft in de verkopende groepsmaatschappij, wordt de eliminatie uit het groepsresultaat pro rata toegerekend aan het minderheidsbelang op basis van het aandeel van de minderheid in de verkopende groepsmaatschappij.
De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht binnen het groepsvermogen. Indien de aan het minderheidsbelang van derden toerekenbare verliezen het minderheidsbelang in het eigen vermogen van de geconsolideerde maatschappij overtreffen, dan wordt het verschil, alsmede eventuele verdere verliezen, volledig ten laste van de meerderheidsaandeelhouder gebracht, tenzij en voor zover de minderheidsaandeelhouder de verplichting heeft, en in staat is, om die verliezen voor zijn rekening te nemen. Het aandeel van derden in het resultaat wordt afzonderlijk als laatste post in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening in aftrek op het groepsresultaat gebracht.
Stelselwijzigingen
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
Schattingswijzigingen
Er hebben in 2023 geen schattingswijzigingen plaatsgevonden.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan.
Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.
Financiële instrumenten (en afzonderlijke componenten van financiële instrumenten) worden in de geconsolideerde jaarrekening gepresenteerd in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele bepalingen. Presentatie vindt plaats op basis van afzonderlijke componenten van financiële instrumenten als financieel actief, financiële verplichting of als eigen vermogen. In financiële en niet-financiële contracten kunnen afspraken zijn gemaakt die voldoen aan de definitie van derivaten. Een dergelijke afspraak wordt afgescheiden van het basiscontract en als derivaat verwerkt als zijn economische kenmerken en risico’s niet nauw verbonden zijn met de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract, een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden zou voldoen aan de definitie van een derivaat, en het samengestelde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Van het basiscontract gescheiden derivaten worden, in overeenstemming met de waarderingsgrondslag voor derivaten waarop geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, gewaardeerd tegen kostprijs of lagere reële waarde.
Financiële instrumenten worden bij de eerste waardering verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden direct toerekenbare transactiekosten bij de eerste waardering direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Inkoopcontracten van energie
Voor Greenchoice staat het beleveren van groene stroom en bosgecompenseerd gas centraal. Ter afdekking van het prijsrisico van verkoopcontracten met klanten waarin de verkoopprijs voor elektriciteit en gas vaststaat gedurende de looptijd van de overeenkomst, wordt door Greenchoice vooraf elektriciteit en gas ingekocht. Deze inkopen vinden plaats middels termijncontracten, waaronder Power Purchase Agreements (PPAs).
Aangezien Greenchoice niet gericht is op het profiteren van marktbewegingen in de energieprijs handhaaft zij een strikt beleid om ‘open’ posities (d.w.z. mismatches tussen toekomstige in- en verkoopvolumes) op contracten met vaste prijzen in te perken. Dergelijke open posities mogen niet materieel zijn en zijn alleen toegestaan om operationele redenen.
De inherente onzekerheden in de Nederlandse energiemarkt leiden echter tot volume- en prijsrisico’s. Om deze risico’s te minimaliseren verricht Greenchoice transacties om de (verwachte) inkopen aan te laten sluiten op de verwachte verkopen voor zowel het volume als het prijsprofiel (vast dan wel variabel). Greenchoice maakt gebruik van fysieke in- en verkoopcontracten om volume en/of prijsrisico te mitigeren. Daarnaast wordt in beperkte mate gebruik gemaakt van financiële in- en verkoopcontracten om enkel het prijsrisico te mitigeren.
Voor de fysieke transacties geldt dat deze samenhangende transacties leiden tot fysieke levering welke bruto worden afgewikkeld voor eigen in- en verkoop. Er bestaat derhalve geen praktijk van netto of contante afwikkeling, noch van verkoop binnen een korte periode na levering met als doel te profiteren van prijsschommelingen. In het bedrijfsmodel van Greenchoice worden de fysieke inkoopcontracten van energie derhalve gekwalificeerd als commoditycontracten die zijn afgesloten en worden gehouden in verband met de ontvangst of levering overeenkomstig de verwachte in- of verkopen of gebruiksbehoeften van de onderneming. Dergelijke commoditycontracten worden gezien als een normale inkoop of verkoop van goederen en worden als zodanig verwerkt op het moment van feitelijke (fysieke) levering volgens de 'eigen gebruik uitzondering'.
Voor een afzonderlijk, en relatief beperkt onderdeel van de inkopen, maakt Greenchoice gebruik van financiële contracten om enkel het prijsrisico op een deel van de inkopen te mitigeren. Dit type inkoopcontracten, leidt niet tot fysieke levering en wordt in tegenstelling tot de hierboven beschreven niet-financiële contracten, beschouwd als een derivaat.
Verstrekte leningen en overige vorderingen
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De effectieve rente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie verstrekte leningen en overige vorderingen behoren, worden verantwoord op de transactiedatum.
Investeringen in eigenvermogensinstrumenten zonder beursnotering
Beleggingen in aandelen zonder beursnotering worden na eerste opname tegen kostprijs of lagere marktwaarde gewaardeerd. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie investeringen in eigenvermogensinstrumenten zonder beursnotering behoren, worden verantwoord op de transactiedatum. Dividenden worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord op het moment dat deze betaalbaar zijn gesteld.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. De aflossingsverplichtingen van de langlopende schulden voor het komend jaar worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Afgeleide financiële instrumenten
Na eerste opname worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. Aan- en verkopen van afgeleide financiële instrumenten worden verantwoord op de transactiedatum.
Indien afgeleide financiële instrumenten of portefeuilles van afgeleide financiële instrumenten toebehoren aan een subcategorie van financiële instrumenten, worden de afgeleide financiële instrumenten na eerste verwerking gewaardeerd overeenkomstig die subcategorie.
Hedge accounting bij waardering van afgeleide instrumenten op kostprijs
Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats, zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden. Zodra de verwachte toekomstige transactie (in het geval de onderliggende transactie betrekking heeft op financiële activa of verplichtingen) leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt het met het afgeleide instrument samenhangende resultaat in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting, wordt bij eerste verwerking van dit actief of deze verplichting de kostprijs aangepast met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt.
Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een financieel actief of een financiële verplichting, worden de nog niet in de winst-en-verliesrekening verwerkte afdekkingsresultaten verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode(n) dat het verkregen actief of de aangegane verplichting van invloed is op de winst of het verlies.
Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden, consistent met de verwerking van de effecten van de oorspronkelijk afgedekte transacties in de winst-en-verliesrekening. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.
Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. De vervolgwaardering van het financiële instrument is dan tegen kostprijs of lagere marktwaarde.
Voorwaarden aan hedge accounting
De onderneming documenteert de hedgerelaties in generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er sprake is van een effectieve hedge, respectievelijk dat er geen sprake is van overhedges.
De onderneming bepaalt op elke balansdatum de mate van ineffectiviteit van de combinatie van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (de hedgerelatie). De mate van ineffectiviteit van de hedgerelatie wordt vastgesteld door het vergelijken van de kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie in de hedgerelatie.
Indien de kritische kenmerken, beoordeeld in de context van de hedgerelatie, aan elkaar gelijk zijn (geweest), is geen sprake (geweest) van ineffectiviteit. Indien de kritische kenmerken, beoordeeld in de context van de hedgerelatie, niet aan elkaar gelijk zijn (geweest), is sprake (geweest) van ineffectiviteit. In dat geval wordt de mate van ineffectiviteit vastgesteld door de verandering in reële waarde van het afdekkingsinstrument te vergelijken met de verandering in reële waarde van de afgedekte positie. Indien sprake is van een cumulatief verlies op de hedgerelatie over de periode vanaf eerste verwerking van het afdekkingsinstrument tot aan balansdatum, wordt deze ineffectiviteit (het verlies) direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Tevens wordt ineffectiviteit als gevolg van het verschil tussen de (ontwikkeling in de) reële waarde van het afdekkingsinstrument en de (ontwikkeling in de) reële waarde van de afgedekte positie direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
Bijzondere waardevermindering financiële activa
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen en beleggingen die door de onderneming worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van afzonderlijk belangrijke vorderingen en beleggingen wordt beoordeeld of deze individueel onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering.
Van afzonderlijk belangrijke vorderingen en beleggingen, die niet individueel onderhevig zijn gebleken aan bijzondere waardevermindering en van afzonderlijk niet belangrijke vorderingen, wordt collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, dit door samenvoeging van vorderingen en beleggingen met vergelijkbare risicokenmerken.
Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de onderneming historische trends met betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van gemaakte verliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als de ondernemingsleiding van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends suggereren.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Rente op het aan een bijzondere waardevermindering onderhevig actief blijft verantwoord via oprenting van het actief met de oorspronkelijke effectieve rente van het actief.
Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Saldering van financiële instrumenten
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de onderneming beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de onderneming het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen. Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, wordt het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.
Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van dat actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De uitgaven na eerste verwerking van een gekocht of zelf vervaardigd immaterieel vast actief worden toegevoegd aan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs als het waarschijnlijk is dat de uitgaven zullen leiden tot een toename van de verwachte toekomstige economische voordelen en de uitgaven en de toerekening aan het actief op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor activering worden de uitgaven verantwoord als kosten in de winst-en-verliesrekening.
De grondslagen voor de vaststelling en verwerking van bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen onder bijzondere waardeverminderingen van vaste activa.
Ontwikkelingskosten
Ontwikkelingskosten worden geactiveerd voor zover deze betrekking hebben op commercieel haalbaar geachte projecten. De ontwikkeling van een immaterieel vast actief wordt commercieel haalbaar geacht als het technisch uitvoerbaar is om het actief te voltooien, de onderneming de intentie heeft om het actief te voltooien en het vervolgens te gebruiken of te verkopen is (inclusief het beschikbaar zijn van adequate technische, financiële en andere middelen om dit te bewerkstelligen), de onderneming het vermogen heeft om het actief te gebruiken of te verkopen, het waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren en de uitgaven gedurende de ontwikkeling betrouwbaar zijn vast te stellen. Ontwikkelingskosten worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs omvat voornamelijk de salariskosten van het betrokken personeel. De geactiveerde kosten worden na beëindiging van de ontwikkelingsfase (actief gereed voor ingebruikname) lineair afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, zoals toegelicht onder noot 1.
De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode. De kosten voor onderzoek en de overige kosten voor ontwikkeling worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarin deze zijn gemaakt.
Voor het nog niet afgeschreven deel van de geactiveerde ontwikkelingskosten wordt een wettelijke reserve gevormd.
Intellectueel eigendom
Intellectueel eigendom wordt gewaardeerd tegen aanschafprijs, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Het geactiveerde bedrag wordt volgens de lineaire methode afgeschreven over de verwachte gebruiksduur, zoals toegelicht onder noot 1.
Goodwill
Goodwill wordt bepaald als het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs van de deelnemingen (inclusief direct aan de overname gerelateerde transactiekosten) en het belang van de groep in de netto reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen deelneming, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Intern gegenereerde goodwill wordt niet geactiveerd.
De geactiveerde goodwill wordt lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, zoals toegelicht onder noot 1.
Bij gehele of gedeeltelijke verkoop van een deelneming wordt de aan het verkochte deel toegerekende positieve goodwill proportioneel afgeboekt (in geval van geactiveerde goodwill) en ten laste van het resultaat gebracht.
Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa
Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Op vooruitbetalingen op immateriële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Overige immateriële vaste activa
De overige immateriële vaste activa bestaan uit de klantenportefeuille en de acquisitiekosten. De overige immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafprijs onder aftrek van de afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De klantenportefeuille wordt lineair in 7-10 jaar afgeschreven. De acquisitiekosten worden lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur gebaseerd op de verwachte contractduur van de overeengekomen contracten (1-5 jaar). Voor de toelichting wordt verwezen naar noot 1.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de onderneming en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
De bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines en installaties, inventaris, vervoermiddelen, andere vaste bedrijfsmiddelen, vooruitbetalingen en bedrijfsactiva in uitvoering worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.
De kostprijs van de activa die door de onderneming in eigen beheer zijn vervaardigd, bestaat uit de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de vervaardiging. Verder omvat de vervaardigingsprijs een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het tijdvak dat kan worden toegerekend aan de vervaardiging van de activa.
Investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de eventuele restwaarde van de individuele activa. Op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting.
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen en/of leiden tot toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot het object.
De materiële vaste activa waarvan de vennootschap en haar groepsmaatschappijen op grond van een financiële-leaseovereenkomst het economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële-leaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen begrepen interest wordt gedurende de looptijd van de financiële-leaseovereenkomst ten laste van het resultaat gebracht.
Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
Financiële vaste activa
Deelnemingen met invloed van betekenis
De deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde.
Bij de vaststelling of er sprake is van een deelneming waarin de onderneming invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid, wordt het geheel van feitelijke omstandigheden en contractuele relaties (waaronder eventuele potentiële stemrechten) in aanmerking genomen.
Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de onderneming gehanteerd.
Indien de deelnemende rechtspersoon een actief of een passief overdraagt aan een deelneming die volgens de vermogensmutatiemethode wordt gewaardeerd, wordt de winst of het verlies voortvloeiend uit deze overdracht naar rato van het relatieve belang dat derden hebben in de deelnemingen verwerkt (proportionele resultaatsbepaling). Een verlies dat voortvloeit uit de overdracht van vlottende activa of een bijzondere waardevermindering van vaste activa wordt wel volledig verwerkt. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen de onderneming en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, worden geëlimineerd voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
De niet-gerealiseerde winst wordt geëlimineerd uit het resultaat van de onderneming. Deze correctie wordt verwerkt door eliminatie op het resultaat deelneming en deze eliminatie in de balans in mindering te brengen op de waarde van de deelneming.
De onderneming realiseert de geëlimineerde winst als gevolg van verkoop aan derden, afschrijvingen of door middel van het verantwoorden van een bijzondere waardevermindering door de desbetreffende deelneming.
Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Bij deze waardering worden ook langlopende vorderingen op de deelnemingen meegenomen, die feitelijk moeten worden gezien als onderdeel van de netto-investering. Dit betreft met name leningen waarvan de afwikkeling in de nabije toekomst niet is gepland en niet waarschijnlijk is. Een aandeel in de winst van de deelneming in latere jaren wordt pas verwerkt als en voor zover het cumulatieve niet verwerkte aandeel in het verlies is ingelopen. Wanneer de onderneming geheel of ten dele garant staat voor de schulden, dan wel de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) in staat te stellen tot betaling van haar schulden van de betreffende deelneming, wordt een voorziening gevormd ter grootte van de verwachte betalingen door de vennootschap ten behoeve van de deelneming. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de onderneming ten behoeve van deze deelneming.
Deelnemingen zonder invloed van betekenis
Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere realiseerbare waarde. Indien sprake is van een stellig voornemen tot afstoting vindt waardering plaats tegen de eventuele lagere verwachte verkoopwaarde. Indien de onderneming een actief of een passief overdraagt aan een deelneming die wordt gewaardeerd op verkrijgingsprijs, wordt de winst of het verlies voortvloeiend uit deze overdracht direct en volledig in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening verwerkt, tenzij de winst op de overdracht in wezen niet is gerealiseerd.
Samenwerkingsverbanden
Deelnemingen waarin de onderneming de zeggenschap gezamenlijk met andere deelnemers uitoefent (joint ventures), worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde.
Bij inbreng in of verkoop van activa door de vennootschap aan een joint venture, verantwoordt de vennootschap dat deel van het resultaat in de winst-en-verliesrekening dat correspondeert met het relatieve belang van de andere deelnemers in de joint venture. Er wordt geen resultaat verantwoord als de door de deelnemers ingebrachte niet-monetaire activa ongeveer aan elkaar gelijk zijn wat betreft aard, gebruik (in dezelfde bedrijfsactiviteit) en reële waarde. Eventuele niet verantwoorde resultaten worden in mindering gebracht op de nettovermogenswaarde van de joint venture. Eventuele verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa verantwoordt de onderneming daarentegen direct en volledig.
Bij verkoop van activa door de joint venture aan de vennootschap, verantwoordt de vennootschap het aandeel in de winst of het verlies van de joint venture op die verkoop pas in de winst-en-verliesrekening als het betreffende actief is (door)verkocht aan een derde. Als echter sprake is van een verlies op vlottende activa of een bijzondere waardevermindering van vaste activa, neemt de vennootschap zijn aandeel in dit verlies direct.
Overige financiële vaste activa
Kapitaalbelangen die niet worden aangemerkt als deelneming worden onder de effecten gerubriceerd.
Vorderingen op niet-geconsolideerde deelnemingen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, vermeerderd met direct toerekenbare transactiekosten. Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De grondslagen voor de overige financiële vaste activa zijn verder opgenomen onder de paragraaf Financiële instrumenten.
Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Dividenden van deelnemingen die worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, worden verantwoord als opbrengsten uit deelnemingen (onder de financiële baten).
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Voor materiële en immateriële vaste activa en deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is om de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden.
Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroomgenererende eenheid geschat.
Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief of kasstroomgenererende eenheid opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief of kasstroomgenererende eenheid zou zijn verantwoord.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill wordt niet teruggenomen in een volgende periode.
In afwijking van datgene wat hiervoor is gesteld, wordt op iedere balansdatum de realiseerbare waarde bepaald voor immateriële vaste activa die nog niet in gebruik zijn genomen (ongeacht of sprake is van aanwijzingen voor een bijzondere waardevermindering).
Vervreemding van vaste activa
Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde. De kostprijs bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging) en gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
Grond- en hulpstoffen en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen aanschafprijs op basis van de ‘first-in, first-out’ (FIFO)-methode of lagere opbrengstwaarde.
Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop van voorraden worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Onderhanden projecten
Een onderhanden project is een project dat is overeengekomen met een derde, voor de constructie van een actief of combinatie van activa waarbij de uitvoering zich kan uitstrekken over meer dan één verslagperiode. Door de aard van de activiteiten van onderhanden projecten vallen de datum waarop een project van start gaat en de datum waarop het project wordt voltooid gewoonlijk in verschillende verslagperioden.
De opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten worden verwerkt op basis van iedere afzonderlijke overeenkomst. In bepaalde gevallen worden deze echter verwerkt op de afzonderlijk te identificeren prestatieverplichtingen van een overeenkomst, in het geval de toegezegde goederen of diensten in een overeenkomst afzonderlijke prestatieverplichtingen betreffen, teneinde de economische realiteit weer te geven.
De projectopbrengsten worden als onderdeel van de netto-omzet in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd.
De post onderhanden projecten bestaat uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, toegerekende winst, verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen. De post onderhanden projecten representeert een bedrag te vorderen van de opdrachtgever (indien actief), of een bedrag verschuldigd aan de opdrachtgever (indien verplichting) voor nog te verrichten werkzaamheden of een vooruitontvangen bedrag.
Het onderhanden project wordt afzonderlijk in de balans onder vlottende activa gepresenteerd tussen voorraden en vorderingen indien het een debetstand vertoont. Het onderhanden project wordt afzonderlijk in de balans onder de kortlopende schulden gepresenteerd indien het een creditstand vertoont.
In de waardering van onderhanden projecten worden de kosten die direct betrekking hebben op het project (zoals personeelskosten voor werknemers direct werkzaam aan het project, kosten van constructiematerialen en kosten van uitrusting die bij de uitvoering van het project worden gebruikt), de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project (onder meer verzekeringskosten, kosten van ontwerp en technische assistentie, overheadkosten van projectactiviteiten en rente op schulden over het tijdvak dat aan het project kan worden toegerekend) en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend, begrepen.
De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op onderhanden projecten geschiedt naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’-methode). De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte technische voortgang van de installatie.
Verwerking vindt plaats zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project.
Het resultaat van een aanneemcontract kan betrouwbaar worden ingeschat als de totale projectopbrengsten, de vereiste projectkosten om het project af te maken en de mate waarin het onderhanden project is voltooid betrouwbaar kunnen worden vastgesteld, het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de vennootschap zullen toevloeien en de aan het onderhanden project toe te rekenen projectkosten duidelijk te onderscheiden zijn en op betrouwbare wijze te bepalen zijn.
Het resultaat van een regiecontract kan betrouwbaar worden ingeschat als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen naar de vennootschap zullen toevloeien en de aan het onderhanden project toe te rekenen projectkosten duidelijk te onderscheiden zijn en op betrouwbare wijze te bepalen zijn.
Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden ingeschat, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt in de winst-en-verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt.
Onder projectopbrengsten wordt verstaan de in het contract overeengekomen opbrengsten vermeerderd met eventuele opbrengsten op grond van meer- of minderwerk, claims en vergoedingen. De opbrengsten worden verwerkt op basis van de bepaalde transactieprijs, zijnde het bedrag waarop de vennootschap verwacht recht te hebben in ruil voor de geleverde prestaties. In het geval van variabele vergoedingen maakt de vennootschap een inschatting van de omvang, zodanig dat de kans klein is dat de projectopbrengsten later teruggenomen moeten worden.
Verwerking van de projectkosten in de winst-en-verliesrekening vindt plaats als de prestaties in het project worden geleverd en zijn gerealiseerd.
Verwachte verliezen op onderhanden projecten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Het bedrag van het verlies wordt bepaald ongeacht of het project reeds is aangevangen, het stadium van realisatie van het project of het bedrag aan winst dat wordt verwacht op andere niet gerelateerde projecten. De onderneming houdt hierbij rekening met alle prestatieverplichtingen opgenomen in een overeenkomst en de totaal verwachte projectkosten en projectopbrengsten.
Vorderingen
Voor de grondslagen van vorderingen wordt verwezen naar de grondslag financiële instrumenten.
Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering en wordt dit opgenomen in de toelichting bij noot 10.
Liquide middelen die naar verwachting langer dan 12 maanden niet ter beschikking staan van de onderneming worden gerubriceerd als financiële vaste activa.
Eigen vermogen
Uitgegeven financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Uitkeringen aan houders van deze instrumenten worden in mindering op het eigen vermogen gebracht na aftrek van eventueel hiermee verband houdend voordeel uit hoofde van belasting naar de winst.
Uitgegeven financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden en baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.
Agio
De door de aandeelhouders ingebrachte bedragen boven het nominaal aandelenkapitaal worden verantwoord als agio. Hieronder wordt tevens begrepen additionele vermogensstortingen door bestaande aandeelhouders zonder uitgifte van aandelen of uitgifte van rechten tot het nemen of verkrijgen van aandelen van de onderneming.
Kosten en kapitaalbelasting verbonden aan de plaatsing van aandelen die niet worden geactiveerd, worden onder aftrek van belastingeffecten, ten laste van het agio gebracht. Indien en voorzover het agio ontoereikend is worden de bedragen ten laste van de overige reserves gebracht.
Aandeel in het groepsvermogen dat niet aan de rechtspersoon toekomt
Het minderheidsbelang derden wordt gewaardeerd op het proportionele deel van derden in de nettowaarde van de activa en verplichtingen van een geconsolideerde maatschappij, bepaald volgens de waarderingsgrondslagen van de onderneming.
Voorzieningen
Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van:
een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en
van die verplichting een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en
het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
Rechten en verplichtingen voortvloeiend uit eenzelfde overeenkomst worden niet in de balans opgenomen indien en voor zover noch de onderneming noch de tegenpartij heeft gepresteerd. Opname in de balans geschiedt wanneer de nog te ontvangen respectievelijk te leveren prestatie en tegenprestatie niet (meer) met elkaar in evenwicht zijn en dit voor de onderneming nadelige gevolgen heeft.
Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde wordt vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.
Indien de tijdswaarde van geld materieel is en de periode waarover de uitgaven contant worden gemaakt meer dan een jaar is, worden voorzieningen gewaardeerd tegen de contante waarde van de beste schatting van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde indien de tijdswaarde van het geld niet materieel is of de periode waarover de uitgaven contant worden gemaakt maximaal één jaar is.
Voorziening lange termijn bonussen
De voorziening lange termijn bonussen betreft een voorziening voor toekomstige bonusuitkeringen. De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren bonusuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen en realisatiekansen.
Voorziening voor verlieslatende contracten
De voorziening voor verlieslatende contracten betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de onderneming na de balansdatum te ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die ten minste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen.
De kosten voor het voldoen aan de verplichtingen van een contract omvatten de kosten die direct betrekking hebben op het contract. Deze kosten bestaan uit zowel:
de incrementele kosten voor het voldoen aan de verplichtingen van een contract; als
een toerekening van overige kosten die direct betrekking hebben op het voldoen aan de verplichtingen van een contract.
Langlopende schulden
Voor de grondslagen van langlopende schulden wordt verwezen naar de grondslag financiële instrumenten.
Kortlopende schulden
Voor de grondslagen van kortlopende schulden wordt verwezen naar de grondslag financiële instrumenten.
Netto-omzet
Greenchoice verantwoordt opbrengsten wanneer zij de prestatieverplichting vervult door goederen of diensten over te dragen aan de klant. Het moment van overdracht is over een periode of op een moment in de tijd. De opbrengsten worden verwerkt voor het bedrag waarop de vennootschap verwacht recht te hebben in ruil voor het overdragen van toegezegde goederen of diensten, zijnde de transactieprijs. De transactieprijs kan bestaan uit een vaste vergoeding, uit een variabele vergoeding of uit een combinatie daarvan.
Opbrengst uit verkoop van goederen
Opbrengsten uit verkoop van goederen worden verantwoord in de netto-omzet tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoedingen na aftrek van retouren en tegemoetkomingen, kortingen, belastingen en heffingen, zoals energie- en omzetbelasting alsmede netbeheervergoedingen. Opbrengsten van geleverde goederen worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer de belangrijke risico’s en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen, het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten of eventuele retouren van goederen betrouwbaar kunnen worden ingeschat en er geen sprake is van voortgezette betrokkenheid bij de goederen.
Opbrengsten uit de verkoop van energie aan eindverbruikers worden opgenomen op het moment van levering. Bij levering worden de voordelen van het eigendom en het risico van een eventuele waardevermindering overgedragen aan de afnemer. Onder eindverbruikers verstaan wij particuliere en zakelijke klanten, maar ook de doorlevering van energie aan een externe programmaverantwoordelijke.
Energieverbruik van particuliere en klein zakelijke klanten wordt vastgesteld op basis van meterstanden die gedurende het jaar periodiek worden gemeten. De jaarlijkse omzet uit energie wordt bepaald op basis van het uit hoofde van energie gefactureerde bedrag, vermeerderd met vaste lasten en het geschatte nog te factureren (zowel nog te debiteren als nog te crediteren) energieverbruik, onder aftrek van het nog te factureren verbruik van eind vorig boekjaar.
Diensten
Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden opgenomen in de netto-omzet tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van tegemoetkomingen en kortingen. Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald.
Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten.
Opbrengsten uit hoofde van verleende diensten worden in de winst-en-verliesrekening als netto-omzet opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden in verhouding tot de geschatte kosten van de totaal te verrichten dienstverlening.
Bedragen die worden gefactureerd en geïncasseerd voor derden worden niet als opbrengst verantwoord. Hiervan is sprake doordat Greenchoice namens de netbeheerders de facturering voor transport van elektriciteit en gas uitvoert. Deze opbrengsten en kosten worden niet meegenomen in de omzet en kostprijs omzet van Greenchoice, maar gepresenteerd als overlopende post op de balans.
Onderhanden projecten
Voor de grondslagen van opbrengstverantwoording voor onderhanden projecten wordt verwezen naar de grondslag onderhanden projecten.
Overheidssubsidies
Exploitatiesubsidies worden ten gunste gebracht van de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde bestedingen zijn gemaakt of waarin de opbrengsten zijn gederfd, of het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De vooruit ontvangen bedragen (zowel kort- als langlopend) worden onder de overlopende passiva opgenomen.
Exploitatiesubsidies worden in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd als een opbrengst.
Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening
De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen.
Compensatie Energieprijzen Kleinverbruikers 2023
In 2023 heeft Greenchoice overheidssubsidies uit hoofde van CEK23 (Subsidieregeling bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023) ontvangen. Voor klanten die in aanmerking komen voor de regeling is een tijdelijk prijsplafond ingesteld voor de tarieven van elektra en gas. Rekening houdend met een vastgesteld maximumvolume wordt het prijsverschil tussen de verkooptarieven en het prijsplafond door de overheid gecompenseerd aan de energieleveranciers. Opbrengsten worden verantwoord op basis van contractueel overeengekomen tarieven met klanten, waarin inbegrepen het gedeelte wat door de overheid werd gecompenseerd (netto-omzet).
Energieleveranciers worden gecompenseerd voor de kosten die zij maken voor het uitvoeren van de regeling. Deze compensatie wordt verantwoord als overige opbrengsten.
Compensatie Energieprijzen Kleinverbruikers 2022
In 2022 heeft Greenchoice overheidssubsidies uit hoofde van CEK22 (Tijdelijke overbruggingsregeling tegemoetkoming kleinverbruikers 2022, ofwel Energiekorting overheid) ontvangen. De ontvangen subsidie komt volledig terecht bij klanten die in aanmerking komen voor de subsidieregeling. Gezien de bedragen ontvangen worden voor derden zijn deze niet als opbrengst verantwoord.
Commissies
Als opbrengsten (uit transacties) worden de bedragen verwerkt die de rechtspersoon voor eigen rekening ontvangt. Bedragen die de onderneming voor derden ontvangt worden niet als opbrengsten verwerkt. Wanneer de groep in een transactie niet als hoofdpartij (principaal) maar als tussenpersoon (agent) optreedt, betreffen de in de winst-en-verliesrekening verwerkte opbrengsten de door de groep voor de transactie ontvangen commissies.
Kosten van grond- en hulpstoffen
Onder de kosten van grond- en hulpstoffen worden de kosten die direct toerekenbaar zijn aan de geleverde goederen en diensten verstaan. Naast de reguliere inkopen van grond- en hulpstoffen (waaronder energie) worden tevens de volgende transacties verantwoord;
Greenchoice levert 100% groene stroom welke voornamelijk ingekocht wordt bij Nederlandse energieproducenten. Om het bijbehorende prijs- en volumerisico wat de onderneming loopt over deze Power Purchase Agreements (PPAs) te minimaliseren wordt een deel van de opgewekte stroom verkocht en parallel hieraan op de termijnmarkt ingekocht tegen een vooraf overeengekomen inkoopprijs en volume. Aangezien voor Greenchoice het beleveren van groene stroom centraal staat en het feit dat de hierboven beschreven transacties nauw met elkaar samenhangen, presenteert de onderneming zowel de kosten als de opbrengsten van de hierboven beschreven transacties (hierna ‘terugleveringen’) tezamen met de inkoopkosten onder de kosten van grond- en hulpstoffen. De onderneming acht dat deze wijze van verantwoorden het beste aansluit op de economische realiteit, zodat de kosten van grond- en hulpstoffen de netto kosten van het leveren van groene stroom aan klanten representeren.
Naast de hierboven beschreven transacties bevatten de kosten van grond- en hulpstoffen tevens de kosten van ‘shaping’ en onbalans. Shaping heeft als doel om de ingekochte volumes energie die benodigd zijn om klanten (in de toekomst) te kunnen beleveren zo nauwkeurig mogelijk aan te laten sluiten bij het verwachte verbruik van klanten om onbalanskosten te voorkomen. Als gevolg van diverse factoren kan het initieel verwachte verbruik wijzigen waardoor tussentijds aanvullende verkoop- en/of inkooptransacties worden gesloten op basis van het herzien verwachte verbruik. Deze inkoop- en verkooptransacties zijn onderdeel van het shaping proces. De opbrengsten uit verkooptransacties die voortkomen uit de verkoop van energie omdat initieel meer is ingekocht dan het verwachte verbruik worden niet onder shaping verstaan.
Aangezien de shaping en onbalans transacties nauw samenhangen met de inkoop van energie, presenteert Greenchoice in haar jaarrekening zowel de kosten als de opbrengsten van transacties uit hoofde van shaping en onbalans onder de kosten van grond- en hulpstoffen. De onderneming acht dat deze wijze van verantwoorden het beste aansluit op de economische realiteit, zodat de kosten van grond- en hulpstoffen de netto kosten van het leveren van energie aan klanten representeren.
Voor een nadere uitsplitsing van de kosten van grond- en hulpstoffen wordt verwezen naar noot 24.
Lonen en salarissen
Personeelsbeloningen uit hoofde van een arbeidsovereenkomst worden als last verwerkt in de periode waarin de arbeidsprestatie is verricht. Voor zover de verschuldigde beloningen niet zijn uitbetaald, wordt daarvoor een verplichting op de balans opgenomen. Hieronder wordt ook de opbouw van rechten op bonussen begrepen. Als de reeds uitbetaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt een overlopend actief opgenomen voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de rechtspersoon.
Een verwachte vergoeding ten gevolge van winstdelingen en bonusbetalingen wordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt.
Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid), worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid, wordt een voorziening opgenomen.
De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (individuele arbeidsovereenkomsten). Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.
Pensioenlasten
De pensioenregeling is ondergebracht bij Zwitserleven, handelsnaam van de pensioenuitvoerder SRLEV N.V. De uitvoeringsovereenkomst met de pensioenuitvoerder heeft een looptijd van 5 jaar met ingang van 1 januari 2019.
De pensioenregeling wordt volgens de Pensioenwet gekarakteriseerd als premieovereenkomst. De werkgeverspremie is gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke premiestaffel van maximaal 31,5% van de pensioengrondslag. De bijdrage is voor iedere werknemer gelijk en bedraagt 4,3% van de pensioengrondslag.
De pensioengrondslag is het pensioengevend inkomen (12 maal het bruto maandsalaris vermeerderd met 8% vakantiegeld en vermeerderd met overuren en meeruren) verminderd met de franchise (100/75 maal de AOW-uitkering op jaarbasis voor een gehuwde, inclusief vakantiegeld, per 1 januari).
Uitgangspunt van de pensioenregeling is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan de pensioenverzekeraar verschuldigde pensioenpremies. Eventuele tekorten bij Zwitserleven hoeven niet bijgestort te worden door Greenchoice. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de verzekeraar of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Leasing
De onderneming kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst.
Financiële leases
Als de onderneming optreedt als lessee in een financiële lease, wordt het leaseobject (en de daarmee samenhangende schuld) bij de aanvang van de leaseperiode in de balans verwerkt tegen de reële waarde van het leaseobject of, indien deze lager is, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide waarden worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de leaseovereenkomst. De toegepaste rentevoet bij de berekening van de contante waarde is de impliciete rentevoet. Indien deze rentevoet praktisch niet te bepalen is, wordt de marginale rentevoet gehanteerd. De initiële directe kosten worden opgenomen in de eerste waardering van het leaseobject.
De grondslagen voor de vervolgwaardering van het leaseobject zijn beschreven onder materiële vaste activa. Als geen redelijke zekerheid bestaat dat de onderneming eigenaar van een leaseobject zal worden aan het einde van de leaseperiode, wordt het object afgeschreven over de kortste termijn van de leaseperiode of over de gebruiksduur van het object.
De minimale leasebetalingen worden gesplitst in rentelasten en aflossing van de uitstaande leaseverplichting. De rentelasten worden gedurende de leaseperiode zodanig toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over de resterende netto-verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als last verwerkt in de periode dat aan de voorwaarden tot betaling wordt voldaan.
Operationele leases
Als de vennootschap optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Vergoedingen die worden ontvangen als stimulering voor het afsluiten van een overeenkomst worden verwerkt als een vermindering van de leasekosten over de leaseperiode. Leasebetalingen en vergoedingen inzake operationele leases worden lineair over de leaseperiode ten laste respectievelijk ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht, tenzij een andere toerekeningssystematiek meer representatief is voor het patroon van de met het leaseobject te verkrijgen voordelen.
Overige bedrijfskosten
De kosten worden bepaald op basis van historische kosten en toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Rentebaten en -lasten
De rentebaten en -lasten hebben betrekking op liquide middelen en verstrekte en opgenomen leningen. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.
Belastingen
Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, behalve voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt, of op overnames.
De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.
Indien de boekwaarden van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving afwijken van hun fiscale boekwaarden, is sprake van tijdelijke verschillen.
Voor belastbare tijdelijke verschillen wordt een voorziening latente belastingverplichtingen getroffen.
Voor verrekenbare tijdelijke verschillen, beschikbare voorwaartse verliescompensatie en nog niet gebruikte fiscale verrekeningsmogelijkheden wordt een latente belastingvordering opgenomen, maar uitsluitend voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winsten beschikbaar zullen zijn voor verrekening respectievelijk compensatie. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Voor belastbare tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures wordt een latente belastingverplichting opgenomen tenzij de onderneming in staat is het tijdstip van afloop van het tijdelijke verschil te bepalen en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst niet zal aflopen.
Voor verrekenbare tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures wordt een latente belastingvordering opgenomen uitsluitend voor zover het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst afloopt en er fiscale winst beschikbaar zal zijn ter compensatie van het tijdelijk verschil.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden in de balans gesaldeerd gepresenteerd indien voor zover de onderneming beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om niet-latente belastingvorderingen te verrekenen met niet-latente belastingverplichtingen, voor zover deze betrekking hebben op hetzelfde boekjaar en de belastinglatenties verband houden met winstbelastingen die door dezelfde fiscale autoriteit worden geheven op dezelfde belastbare rechtspersoon, of dezelfde fiscale eenheid.
De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de vennootschap op balansdatum voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van zijn activa, voorzieningen, schulden en overlopende passiva. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Fiscale eenheid
De onderneming vormt samen met Greenchoice Hartelkanaal B.V., Qurrent Renewable Energy B.V., Qurrent Nederland B.V., Energie Transitie Groep N.V., Huismerk Energie N.V., Greenchoice Zakelijk N.V., Greenchoice Trading Company B.V., International Solar B.V., International Solar Projects I B.V., International Solar Projects II B.V., International Solar Projects X B.V., International Solar Projects XIII B.V., International Solar Projects XV B.V., KiesZon Huur B.V., Yellow Step Solar B.V., LeaseZon I B.V., KiesZon voor de Toekomst B.V., Greenchoice Integrated Solutions B.V. en Greenchoice Exploitatie I B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
Per 25 juli 2023 zijn Greenchoice EOS B.V., Greenchoice EOS Hartelkanaal B.V. en Greenchoice EOS Hellegatsplein B.V. ook onderdeel van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en per 27 juli 2023 is tevens KiesZon MKB I B.V. toegevoegd. Per 27 december 2023 zijn International Solar Holding I B.V. en International Solar Holding II B.V. ook toegevoegd aan de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.
Per 29 juni 2023 maken Energieondernemers B.V. en GIPP Energy Holding B.V. als gevolg van hun liquidatie geen deel meer uit van de fiscale eenheid.
De vennootschapsbelasting is in elk van de vennootschappen opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende vennootschap als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn.
Pijler 2-winstbelastingen
Op 31 december 2023 is de Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2) in werking getreden. Deze wet bewerkstelligt dat multinationals en binnenlandse groepen met een omzet van ten minste € 750 miljoen over hun winst worden belast tegen een tarief van 15%. De onderneming heeft voor het huidige boekjaar (2023) gebruik gemaakt van de tijdelijke verplichte vrijstelling om geen latente belastingen te verwerken die verband houden met Pijler 2-winstbelastingen en verstrekt de vereiste nieuwe toelichtingen. De groep verwerkt winstbelasting in de verslagperiode waarin het verschuldigd of verrekenbaar is.
De tijdelijke verplichte vrijstelling is retrospectief toepasbaar. Echter, aangezien er geen nieuwe wetgeving is die effectief was voor 31 december 2022 in de jurisdicties waarin de groep opereert en geen latente belastingen waren verwerkt in eerdere jaren, heeft retrospectieve toepassing geen impact op de geconsolideerde jaarrekening.
Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen
Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen, bepaald op basis van de grondslagen van de groep. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen.
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De in de verworven groepsmaatschappij aanwezige geldmiddelen zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht.
Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten, die worden verantwoord als hedges, worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd.
Bepaling reële waarde
De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
De reële waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald aan de hand van de biedprijs.
De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
De reële waarde van derivaten waarbij collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het contant maken van de kasstromen aan de hand van een risicovrije swapcurve, omdat door de uitwisseling het krediet- en liquiditeitsrisico wordt gemitigeerd.
De reële waarde van derivaten waarbij geen collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het contant maken van de kasstromen aan de hand van de relevante swapcurve vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
Verbonden partijen
Transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Van deze transacties wordt de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht toegelicht.
Gebeurtenissen na balansdatum
Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.
Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.