Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Visie op duurzaamheid

In 1987 definieerde de Commissie Brundtland van de Verenigde Naties duurzaamheid als "voldoen aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.".

Nu, ruim 35 jaar later, staat deze definitie nog altijd overeind. In een duurzame samenleving zorgen we voor een goede levenskwaliteit voor zowel de huidige als de toekomstige generaties. Als we hier verder over doordenken, komen we tot de conclusie dat dit een samenhang van drie principes vereist: ecologische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en economische vitaliteit. Die lichten we hieronder toe.

Ecologische duurzaamheid

Dit beginsel zorgt voor het evenwicht en de gezondheid van natuurlijke ecosystemen. Ecologische duurzaamheid gaat ook over het behoud van diversiteit en productiviteit voor toekomstige generaties. Natuurlijke hulpbronnen worden op zo'n manier beheerd, dat het milieu niet wordt geschaad, de biodiversiteit wordt beschermd en de ecologische processen die het leven ondersteunen kunnen worden voortgezet.

Hiervoor moeten we onder andere vervuiling terugdringen, soorten en natuurlijke habitats behouden of herstellen en de uitstoot van broeikasgassen fors verlagen om klimaatverandering en de gevolgen daarvan te verminderen. Met ecologische duurzaamheid streven we naar een harmonieuze relatie tussen menselijke activiteiten en de natuurlijke wereld, waar wij uiteindelijk zelf ook onderdeel van zijn.

Sociale rechtvaardigheid 

Dit begrip gaat over de eerlijke en gelijke behandeling van alle individuen in de samenleving, ongeacht ras, etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid, religie of andere persoonlijke kenmerken. Het gaat erom dat we een samenleving creëren waarin iedereen gelijke toegang heeft tot kansen, middelen en fundamentele mensenrechten, zoals onderwijs, gezondheidszorg en een fatsoenlijke levensstandaard. Als we sociale rechtvaardigheid nastreven, moeten we ook strijden tegen de problemen van ongelijkheid, zoals discriminatie en onderdrukking. Verder moeten we werk maken van een inclusieve samenleving waarin iedereen wordt gewaardeerd en een stem heeft.

Economische vitaliteit

Dit principe behelst het vermogen van een economie om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en zich voortdurend te ontwikkelen. Economisch vitaal betekent ook het vermogen om te herstellen van economische schokken en uitdagingen, maar ook de kracht om te innoveren en te transformeren als zich nieuwe economische trends en technologieën aandienen. In een vitale economie is er een sterk en flexibel bedrijfsleven, een goed opgeleide en bekwame beroepsbevolking en een ondersteunend overheidsbeleid dat investeringen, ondernemerschap en gezonde groei aanmoedigt. De economische groei is alleen gezond als die binnen de kaders van de andere twee duurzaamheidsprincipes valt. Groei kan ook kwalitatief zijn, in plaats van puur kwantitatief.

Het is belangrijk om te beseffen dat deze principes met elkaar samenhangen. Wanneer we duurzame oplossingen willen toepassen in de samenleving, moeten we dus kijken naar het complete systeem. Daarbij is het belangrijk om de complexiteit ervan te erkennen: duurzaamheid is niet makkelijk. Alleen in samenhang kunnen we bepalen of we aan een duurzame samenleving werken.